In mijn vorige blog schreef ik over mijn vakantie en de mijn werk. Althans werk, dat wat ik niet meer heb.
En natuurlijk voel ik de opening om alles opnieuw in te richten, maar ik voel ook pijn en verdriet. Hoewel iedereen zich keurig aan de regels houdt, voel ik mij afgewezen en waardeloos. Afscheid nemen is ook een stukje rouwen.
De afgelopen 14 jaar heb ik veel gegeven voor mijn werk. Achteraf zelfs te veel, want dat was mede één van de dingen die me ziek gemaakt hebben. Niet dat zij direct schuldig zijn, maar ik gaf mijn grenzen niet aan. En het bedrijf ook niet voor mij. De jaren dat 60 uur in de week geen uitzondering waren, eisten zijn tol.
Maar ik heb me er ook enorm thuis gevoeld. Ik werd gezien, kon een verschil maken. Nu ben ik 2 jaar ziek. En zonder een kaartje, bloemetje of wat dan ook, zijn we nu mijn ontslag aan het regelen. En die pijn voel ik wel.
Ik probeer op dit moment ritme in mijn leven te houden. Slapen, voldoende eten, ontspanning en inspanning. Alles om het depressiemonster voor te blijven. En dat valt niet mee.
Gelukkig kreeg ik van de week wel een bos bloemen van het hospice, waar ik als vrijwilliger aan de slag ben geweest. Zo’n klein gebaar doet me goed.
Komende week ga ik daar weer wat doen. Onder de mensen, dienstbaar zijn, binnen mijn eigen grenzen.